INTERVIEW Boeren leren praten bij agrocoach
Tekst: Angela Wals
Publicatie: Noordhollands Dagblad, 4 oktober 2021
HEERHUGOWAARD – Boeren leren praten bij agrocoach. Ben ik nog wel boer over vijf jaar? Het is een vraag waarop veel boeren het antwoord niet weten. Hulp vragen is lastig en de mentale gezondheid kan dan in het gedrang komen. Gelukkig weet een boer met kopzorgen steeds vaker de weg naar een agrarisch coach te vinden.
Tijdens een informatieavond voor boeren vraagt agrarisch coach Dik Veefkind aan alle agrariërs in de zaal: „Vind jij dat je goed kunt communiceren?” Zo ja, dan moeten ze links van de streep gaan staan. Vijftig boeren, voornamelijk mannen, stappen resoluut links van de streep, handen in de zakken of armen over elkaar. Rechts staan er drie. Volgende vraag: „Kun je problemen makkelijk bespreken?” Wederom vinden de meesten van wel.
Annette Koster (57), melkveehouder uit Berkhout, staat er ook tussen en kijkt met grote verbazing naar haar boerencollega’s. „Agrarische mannen die goed kunnen communiceren? Nee. Het zijn doeners. Als ze ergens mee zitten gaan ze ’gewoon’ aan het werk en hebben ze het er verder niet over.” Zij is wel rechts gaan staan, want „ík vind het moeilijk problemen aan te kaarten.” Werk en privé zijn volledig verweven in een agrarisch bedrijf, zegt ze. „Als je achter op het bedrijf een conflict hebt, denk je al snel: ik kan dat nu wel hoog opspelen, maar dan zitten we straks met zo’n bakkes aan de keukentafel. Laat het maar.”
Kans
Dik Veefkind, opgegroeid in Krommenie, heeft jarenlang voor de klas gestaan in het agrarisch onderwijs en werkte als adviseur in het agrarische bedrijfsleven. Nu is hij agrarisch coach, mediator en trainer en begeleidt hij boeren, bijvoorbeeld bij een bedrijfsovername of -beëindiging, of als er communicatieproblemen in het gezin of bedrijf zijn. Ook boeren met stress of een burn-out kunnen bij hem terecht. Zodra een coach het erf oploopt, is dat niet alleen iets moeilijks of negatiefs, benadrukt Veefkind. Het kan ook een kans zijn. „Een ondernemer ervaart een knelpunt in zijn bedrijf: wel of niet investeren in moderne stallen? Of toch stoppen? Ik help ze de zaken op een rij te krijgen.”
Veefkinds agenda is behoorlijk gevuld. „Steeds meer boeren zien het nut van een onafhankelijke coach in.” Toen hij zeven jaar geleden begon, was hij een van de eerste agrarische coaches, of agrocoach, of plattelandscoach, van Noord-Holland. Inmiddels is agrocoaching meer gemeengoed geworden. Al blijft hulp vragen lastig voor een boer.
„Het doe-het-zelfgehalte onder boeren is hoog”, zegt Veefkind. Een ’Gamma-cultuur’ noemt hij dat. Boeren denken vaak snel: „Ik los het zelf wel op, daar heb ik niemand voor nodig. Ik ben toch niet gek.” Dat zo’n sceptische boer toch naar Dik Veefkind stapt, komt vaak door de suggestie van iemand uit de omgeving die zelf naar een coach is geweest of iets heeft gelezen of gehoord van een collega. Of je vrouw begint erover die bij een informatieavond aanwezig is geweest waar bijna alle boeren overtuigd waren van hun communicatievaardigheden.
Spiegel
Annette Koster runt met haar man Ditmer (60) sinds 1991 een melkveehouderij in Berkhout, vlak onder Hoorn. Twee jaar geleden stapten hun dochter Lois (24) en zoon Rens (29) in het bedrijf. Samen met Jesse (24), die al vanaf zijn 16de hier werkt. Ineens zijn er vijf kapiteins op het schip. Dat schuurt soms. En dus komt Veefkind af en toe langs.
„Meestal wordt Dik pas ingeschakeld als er al conflicten zijn, wij wilden dat voor zijn”, zegt Ditmer. „Annette en ik hebben altijd de beslissingen genomen. Nu hebben we met vijf mensen te maken in het bedrijf, die andere zienswijzen, capaciteiten en prioriteiten hebben. Daar moet je een mediator bijhebben.” Annette: „Dik houdt je een spiegel voor. Hij helpt je te doorgronden hoe je in elkaar steekt en wat je sterktes en zwaktes zijn. Maar ook: wat zijn je aannamen over de ander? Vervolgens kijkt hij hoe we elkaar kunnen aanvullen. We moeten een team worden, één geheel. Dat is een grote klus.”
Zo waren de vijf boeren gewend altijd vol gas te geven en konden taken, zoals het melken van de koeien, moeilijk uit handen geven. Daardoor werkten ze soms langs elkaar heen. Veefkind helpt ze nu beter te plannen en meer structuur in hun werk aan te brengen. Annette: „Niemand strooit hier met complimenten. Dik gaf ons de opdracht elkaar af en toe een schouderklopje te geven. ,Die machine heb je goed gemaakt.’ Eigenlijk leert hij ons inhoudelijk communiceren. We kunnen allemaal makkelijk praten in dit gezin hoor, maar niet over moeilijke en gevoelige onderwerpen.”
Praten
Als er problemen in een bedrijf zijn, ligt dat bijna altijd aan de communicatie, stelt Dik Veefkind. „In veel boerengezinnen, heerst de cultuur: niet praten, maar hard werken. Hard werken is de taal van waardering. Daarmee is niets mis, maar een boer is ook een mens, een met behoeften en verlangens.” Ditmer: „Vraagt zo’n coach: ’Waar zit je mee?’ Nou, ik zit niet direct ergens mee, antwoord ik dan. Maar dan gaat het toch druppelen en op een gegeven moment regent het.”
„Veel boeren vinden het moeilijk diepere lagen van hun gevoel te ontwarren”, zegt Veefkind. „Dat is bijna altijd te herleiden naar het gezin waarin je opgroeit. Werd er thuis nooit gepraat, dan ebt dat door in je volwassen leven.”
Druk
Boeren voelen daarnaast veel druk van de steeds strengere regelgeving. Ben ik nog wel boer over vijf jaar? Het is een vraag waarop velen geen antwoord weten. „De agrarische sector lijdt onder het zwalkende beleid van de overheid”, zegt Veefkind. „Op een paar uitzonderingen na, zijn de meeste, moderne boeren bereid zich aan te passen en te investeren. Maar je wilt wel weten of die investeringen ook iets opleveren. De melkprijs bijvoorbeeld is in dertig jaar niet significant verhoogd, terwijl de kosten zijn verdubbeld. Dit veroorzaakt onrust.”
En die onrust ziet Veefkind terug bij de boeren. Hij constateert toegenomen onzekerheid, woede, stress, gevoel van onrecht. Kopzorgen waarmee een opkropper van huis uit niet altijd meteen raad weet. Intussen moet er 24 uur per dag een boerderij worden bestierd, zeven dagen per week.Steeds vaker ziet Veefkind de mentale gezondheid van boeren in het gedrang komen: het aantal burn-outs onder boeren neemt toe, evenals het aantal suïcides. Tussen 2013 en 2016 steeg het suïcidecijfer in de agrarische sector van 12,5 naar 17,4 zelfdodingen per 100.000 inwoners. Dit is hoger dan het landelijke gemiddelde dat de laatste jaren rond 10,5 ligt. Eenmaal maakte de plattelandscoach mee dat een boer zo klem kwam te zitten dat hij uit het leven stapte. „Eerder hulp zoeken en hulp aanvaarden is van groot belang, maar dat is moeilijk als je dat nooit hebt geleerd.”
Strijdbaar
Melkquota, verkaveling, dierenwelzijnseisen, fosfaatrechten en het krimpen van de marges, Annette en Ditmer hebben het meegemaakt. „We zijn gehard, omdat we al veel tegenslagen hebben moeten verduren”, zegt Annette. Laatst hadden ze nog een conflict met de overheid en leek alles even tegen te zitten. „Maar we voelen ons strijdbaar. Nog wel.” Ook al was de druk van buitenaf niet de reden om een boerencoach in te schakelen, „het is wel fijn je ei kwijt te kunnen bij iemand met verstand van het boerenleven”, zegt Ditmer.
Achteraf heeft Ditmer mogelijk ’een vorm van een burn-out’ gehad, zegt Annette, vijf jaar na het overlijden van zijn vader. „Dat woord bestond alleen toen nog niet.” Ditmer nam samen met Annette begin jaren negentig het melkveebedrijf van zijn vader over. Na de overname was de gepensioneerde boer nog elke dag op het erf te vinden. Hij had die extra paar handen en ogen die het jonge boerengezin goed kon gebruiken. Zo telde Ditmers vader de dieren in het land, constateerde dat het gras eraf moest of de koeien verweid. Hij was 76 toen hij op een dag dood in het land werd gevonden. „Je vader, je maatje en je gesprekspartner in het bedrijf valt van de een op de andere moment weg”, zegt Annette, „maar je moet door.” Op de dag van de condoleance stond Ditmer geen handen te schudden, maar een koe met een bloeding te helpen.
Het was een moeilijke periode voor het echtpaar. „We hadden toen heel goed een Dik kunnen gebruiken”, zegt Annette, „ik zag dat Ditmer vastliep, maar als ik dat bespreekbaar probeerde te maken, werd dat de kop ingedrukt. „Ik kan het er niet bij hebben”, zei hij dan, „ik moet een bedrijf runnen.” Tja, dat snapte ik.”
Balans
De werkdruk is nu minder, vertelt Annette, onder meer omdat de taken kunnen worden verdeeld over vijf personen – ook iets waarbij Veefkind de familie begeleidt: het efficiënt omgaan met de tijd. „Ik begin langzamerhand de balans te voelen die ik twintig jaar heb gemist.” Voorlopig zal het gezin Koster – en Jesse – de boerencoach op hun erf blijven ontvangen. Totdat ze als gesterkte en goed communicerende eenheid de toekomst tegemoet durven te treden.
Subsidie voor een agrocoach
Het inschakelen van een agrarisch coach wordt steeds vanzelfsprekender. De ministerie van landbouw stelt subsidie beschikbaar, afgekort SABE, voor agrarische ondernemers die willen leren over duurzame landbouw. Zij kunnen 1.500 euro besteden voor onder meer het inschakelen van een agrarisch coach. In de provincie Utrecht kunnen agrariërs sinds begin van dit jaar zelfs al gebruik maken van 25 uur volledig gefinancierde begeleiding van een boerencoach, uit te breiden met 18 uur tegen een kleine vergoeding. Provincie Noord-Holland biedt deze vorm van coaching niet aan.
Dik Veefkind is agrarisch coach, mediator en trainer en begeleidt agrarisch ondernemers. Heb je naar aanleiding van dit interview vragen of behoefte aan een goed gesprek? Neem dan contact met Dik op. Mail naar: info@agrocoach.nl of bel rechtstreeks: 06-53583325.
Het originele stuk van Boeren leren praten bij agrocoach lees je hier