Gewone psychologen begrijpen boeren niet
Dik Veefkind van AgroCoach werkt ruim 15 jaar als coach en trainer vrijwillig voor het CCA (Contact Christen Agrariërs). In een artikel verschenen op 6 december in het Nederlands Dagblad wordt één van de vrijwilligers van het CCA gëinterviewd.
Bron: Nederlands Dagblad
Gepubliceerd: 6 december 2017
De coalitiepartijen willen op voorstel van CDA-Kamerlid Jaco Geurts meer werk maken van psychische hulp aan agrariërs. Hard nodig, zegt Jan den Boer, die boeren pastoraal begeleidt. ‘Er gebeuren heel nare dingen.’
Maandagochtend kreeg pastoraal agrarisch coach Jan den Boer een telefoontje van een boer in nood. Nog diezelfde middag reed hij naar de boerderij en deelde de agrariër wat hem al zo lang dwars zat. ‘Dat kan enorm opluchten.’
Zo maakt hij dat vaker mee. Na lange tijd van zwijgen en aanmodderen legt zo’n boer dan alles op tafel: de zorgen over het bedrijf, de stress die een wissel trekt op zijn relatie, op de band met zijn kinderen. ‘Als agrariërs aan de bel trekken, is er echt wat aan de hand’, is de ervaring van Den Boer. De afgelopen jaren zat hij aan tafel bij melkveehouders die door de lage melkprijzen hun rekeningen niet meer konden betalen. ‘Dan belanden ze in een vicieuze cirkel: ze gaan er minder op uit omdat dat geld kost en binnen het gezin wordt de sfeer steeds slechter. Vaak is het dan de vrouw des huizes die alarm slaat omdat het echt niet meer gaat. Ik kom heel verdrietige dingen tegen, met name in de relatiesfeer. Dat je denkt: was er dan niemand in de familie die zei: “Dit kan niet langer zo doorgaan”?’
rampzalig
Het is lastig in cijfers te vatten hoe groot de psychische nood onder boeren precies is. Maar dat boerenzorgen er mentaal flink inhakken, is helder. Dat geldt ook voor agrariërs van wie het bedrijf getroffen wordt door veeziekten. Veel boeren hebben grote moeite de draad weer op te pakken nadat ze in één klap alles zijn kwijtgeraakt, zegt CDA-Kamerlid en voormalig varkenshouder Jaco Geurts. ‘Een rampzalige gebeurtenis als de fipronil-affaire komt hard aan. Een boer is zijn levenswerk kwijt en tot op de dag van vandaag zijn er pluimveehouders die wachten tot hun stallen worden vrijgegeven.’
Vandaag komt hij tijdens het begrotingsdebat van het ministerie van Landbouw daarom met een voorstel om bij crisissituaties voortaan standaard hulpverlening en nazorg aan te bieden.
Ook wil hij dat minister Carola Schouten (Landbouw) regelt dat er bij ingrijpende overheidsmaatregelen wordt gekeken naar de sociaaleconomische gevolgen voor de agrarische sector. ‘We moeten als wetgever beter nadenken wat de consequenties van ons beleid zijn, ook in psychisch opzicht. Ik kom regelmatig op boerenbedrijven. Dan hoor ik ouders die hun kinderen afraden het bedrijf over te nemen. Dat doet pijn.’
Geurts heeft al een Kamermeerderheid voor zijn voorstel, aangezien coalitiepartijen CDA, VVD, D66 en ChristenUnie zijn plan steunen. Over geld wil hij het vandaag tijdens zijn bijdrage aan het debat niet hebben. ‘Eerst wil ik het bespreekbaar maken.’
luisterend oor
Uiteindelijk zal er echter een bedrag uit moeten rollen voor ondersteuning van boeren. Dat zou goed nieuws zijn voor bestaande initiatieven om boeren mentaal te ondersteunen. Zoals dat van stichting Zorg Om Boer en Tuinder, een onafhankelijke vrijwilligersorganisatie, met ervaringsdeskundige vrijwilligers die een luisterend oor bieden aan agrariërs.
Boeren maken weinig gebruik van reguliere hulpverlening, omdat ze het idee hebben dat hulpverleners de agrarische wereld niet begrijpen, zegt Hanneke Meester, voorzitter van de stichting. Het verschil met andere beroepsgroepen zit ’m met name in de verwevenheid van bedrijf, gezin en de eigen zorgen, legt Meester uit. ‘Als je je baan verliest, is dat vreselijk en heeft dat effect op jou als mens. Maar vaak zijn werk en privé dan fysiek gescheiden. Op agrarische bedrijven is dat anders. Daar worden de stallen geruimd op de plek waar je woont. Daar zit hem de kneep. Stel dat een pluimveehouder door de fipronil-affaire al zijn kippen is kwijtgeraakt. Dan wil je geen psycholoog die zegt: “Ach die kippen – maak de stallen schoon en koop nieuwe.” Dat is zo’n ontkenning van wat het voor hem betekent.’
‘Gewone psychologen begrijpen boeren niet’, beaamt Kamerlid Jaco Geurts. ‘Het is een bedrijfstak waar mensen dag en nacht bezig zijn. Boeren hebben de verantwoordelijkheid voor een miljoenenbedrijf met levende have, zijn afhankelijk van het weer en allerlei factoren waarop ze geen invloed hebben, en worden ook nog eens belaagd met kritiek van buitenaf.’
isoleren
Na problemen in de agrarische sector – mond-en-klauwzeer, varkenspest, fipronil – gaat het al gauw over financiële compensatie. Wat dat op psychosociaal vlak met een boer doet, blijft veelal buiten beeld, zegt Hanneke Meester. ‘Terwijl het superbelangrijk is daarvoor ook oog te hebben.’ Laat je dat liggen, dan is volgens haar het risico groot dat mensen zich isoleren en de problemen alleen maar groter worden. ‘Agrariërs zijn mensen die gewend zijn zelf keuzes te maken. “Gewoon wat harder werken”, zeggen ze dan. Maar dat is een ontkenning van de werkelijkheid. Hoe langer je wacht, des te moeilijker het wordt om grip te krijgen op je situatie. Op een gegeven moment haalt de werkelijkheid je dan in.’
Jan den Boer, voormalig melkveehouder, merkt dat ook. ‘Men wacht ontzettend lang voordat men hulp inroept. In die tijd gebeuren heel nare dingen, tot en met zelfdoding.’
Den Boer is coördinator van de pastoraal agrarische coaches die verbonden zijn aan Contact Christen Agrariërs, een organisatie voor en door boeren en tuinders. Zelden kun je vanaf de buitenkant van een agrarisch bedrijf zien welke zorgen en spanningen er leven. ‘Een zelfstandig ondernemer loopt niet graag met zijn problemen te koop’, zegt Den Boer. ‘Als je niet goed in je vel zit, wordt relativeren moeilijker en kom je in een verkeerde modus. Dan kan zomaar de vlam in de pan slaan.’
In de varkenshouderij en de melkveehouderij zijn er jarenlang moeilijke tijden geweest waardoor hele groepen veehouders in psychische nood kwamen, zegt Den Boer. Datzelfde geldt voor pluimveehouders die getroffen zijn door de fipronil-affaire. Complicerende factor is dat een boer nooit even vrijaf kan nemen. ‘Zeven dagen per week ben je betrokken bij je bedrijf. Hoe het ook gaat, elke ochtend gaat de wekker weer. En nooit kun je even bellen: het gaat niet, ik kom vandaag niet.’
Het zou mooi zijn als agrariërs onderling de vraag durven stellen of het wel gaat. Dat zou een taak van de buurman kunnen zijn, maar ook voor de dierenarts, voerleverancier of accountant. ‘Het is van wezenlijk belang dat iemand die vraag stelt. Hoe lastig dat ook is.’
Den Boer begeleidt agrariërs niet alleen pastoraal, maar komt ook met praktische adviezen. ‘Ik adviseer soms erover na te denken een bedrijf te stoppen. Zelf heb ik dat ook gedaan. “Eens boer, altijd boer” gaat niet meer op, soms moet je andere keuzes maken. Als een bedrijf financieel niet goed draait, moet je daar tijdig zelf keuzes in maken. Dat is het beste, want anders dwingt de bank het af.’ <