’Bedrijfsoverdracht loopt vaak spaak op onenigheid tussen vader en zoon’
Overnameprobleem voor boeren
Bron: de Financiële Telegraaf
HAAKSBERGEN – Het lukt ondernemers in de agrarische sector nauwelijks opvolgers te vinden. Door hoge grondkosten, maatschappelijke druk, problemen met de financiering en domweg onenigheid binnen de familie lopen bedrijfsoverdrachten spaak, blijkt uit onderzoek. Ondertussen vergrijst de boer in razend tempo.
Een paar keer per dag doet Femke Nijhof (22) haar ronde door de kraamstal van het varkensfok- en vleesvarkensbedrijf van haar vader. Terwijl twee zeugen rustig liggen te baren, stapt Nijhof een hok in en legt een biggetje goed bij haar moeder. „Deze kraamstal run ik nu helemaal zelf, maar op een gegeven moment wil ik het hele bedrijf van mijn vader overnemen. Ik verwacht dat het binnen tien jaar wel moet lukken. Ik begrijp dat jongeren dit niet willen, want je moet 24/7 voor je dieren klaar staan, ook op zon- en feestdagen. Daar moet je zin in hebben.”
De drang van Nijhof om het agrarisch bedrijf van 1100 fokzeugen en 3300 vleesvarkens over te nemen van haar ouders is zeldzaam. De boerenzonen en -dochters keren de agrarische sector massaal de rug toe.
Maar liefst 60% van de agrarische ondernemers heeft problemen met de opvolging. Ondertussen is de vergrijzing onder boeren enorm. In de varkenshouderij is bijna 70% van de ondernemers zelfs ouder dan 55 jaar, blijkt uit onderzoek van ABN Amro.
Uitdaging
„Wij merken ook dat jongeren minder bereid zijn boer te worden, het is toch hard werken”, zegt Andre Arfman, voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). „Het is fysiek relatief zwaar werk, niet te vergelijken met een kantoorbaan. Daarnaast is het financieel een enorme uitdaging. De kapitaalsoverdracht is hoog, maar het rendement op kapitaal is laag. Daarnaast moet het pensioen van de ouders ook nog uit de boerderij komen.”
Banken zijn daardoor vaak terughoudend in financiering, weet Arfman, die zelf het melkveebedrijf van zijn vader wil overnemen en nu werkzaam is als bedrijfsadviseur bij een accountantsbureau.
„Er wordt wel gekeken naar andere financiers dan banken, bijvoorbeeld private equity. Maar die vragen dan bijvoorbeeld een rendement van minimaal 5% op het kapitaal. Dat haal je in de agrarische sector nooit.”
ABN Amro laat in een recent sectorrapport over overnames weten dat ook de grondprijs voor veel jonge boeren, zeker in de melkveehouderij en de akkerbouw, een groot obstakel is. Die is in vijf jaar ruim €10.000 gestegen tot zo’n €60.000 per hectare.
Dat de opvolging in land- en tuinbouw op dit moment een groot probleem is, erkent ook het kabinet. Minister Carola Schouten van Landbouw heeft daarom €75 miljoen beschikbaar gesteld voor overnames door jonge boeren en tuinders.
Meningsverschillen
Toch menen deskundigen dat de meeste bedrijfsoverdrachten spaak lopen in de familiaire sfeer. „Wat ik zie, is dat meningen tussen vader en zoon vaak botsen”, zegt Dik Veefkind, agrarisch coach van AgroCoach. „Dan zie je dat het kind wil moderniseren, maar dat de vader op de rem trapt. Heel veel overdrachten mislukken door die koppigheid.”
In de tuinbouw, zeker de glastuinbouw, is de modernisering overigens sneller gegaan dan in de akkerbouw en veehouderij. Opvolging lukt daar dan ook makkelijker en het glastuinbouw is daardoor ook minder vergrijsd dan elders in de agrarische sector.
Jan Nijhof, de vader van Femke, heeft goed begrepen dat het belangrijk is om het bedrijf goed over te dragen. „Als zij het niet wilde overnemen, dan was ik kleinschaliger gebleven en had ik niet zoveel geïnvesteerd.”
Daarnaast drukt Femke nu al een behoorlijke stempel op het bedrijf. Via informatieborden en een plek achter het glas kunnen belangstellenden een kijkje nemen in de nieuwe moderne kraamstal. Daarnaast heeft de varkenshouderij een eigen bezoekerscentrum dat net af is.
„Maar ook wij verschillen weleens van mening”, zegt Femke. „Ik wilde heel graag dat de zeugen in de kraamstal los konden lopen en mijn vader was daar erg terughoudend in, omdat er geen bewijs is dat het beter zou zijn. Toch hebben we dat gedaan met het oog op de opvolging. Ik merk echt dat mijn vader bezig is om het bedrijf toekomstbestendig te houden. Er lopen hier inmiddels drie personeelsleden. Mijn broer wil het bedrijf ook opvolgen. We moeten nog zien of we dat samendoen of dat een van ons ergens anders verder gaat.”